Jaarlijks ziet de huisarts per 1.000 patiënten zo’n 50 mensen met een bacteriële huidinfectie. Deze infecties, vaak eenvoudig te diagnosticeren en effectief te behandelen, komen dus meerdere keren per week voorbij op het spreekuur. Huisartsen behandelen deze aandoeningen doorgaans zelf, met plezier, vanwege het snelle herstel en het ontbreken van psychische problematiek.
Toch zijn er ook huidinfecties waarvoor specifieke kennis vereist is. Deze worden in deze e-learning slechts kort aangestipt. De nadruk ligt op veelvoorkomende infecties, zoals impetigo (krentenbaard), en de bijbehorende diagnostiek en behandeling.
Er is namelijk veel variatie in behandelkeuzes, zoals het type antibioticum, de duur van therapie, en de overwegingen rond resistentie en MRSA (vooral in Zuid-Nederland). Is lokale behandeling altijd voldoende? Moeten korsten worden verwijderd? Wanneer kies je voor orale antibiotica?
In BLOK A (A1 en A2) worden tien bacteriële huidinfecties besproken. In A3 beantwoord je vragen bij tien patiëntencasussen met beeldmateriaal. In BLOK B worden deze casussen verder uitgediept aan de hand van aanvullende vragen.
Deze nascholing biedt praktische inzichten om bacteriële huidinfecties doelgericht, effectief en verantwoord te behandelen.