De dwangstoornis – ook wel obsessieve-compulsieve stoornis (OCS of OCD) genoemd – is een veelvoorkomende, maar vaak on(der)gediagnosticeerde psychische aandoening. Ondanks het feit dat OCD vaker voorkomt dan psychoses, blijft herkenning in de huisartsenpraktijk uit, mede door schaamte, zorgmijding en het vermogen van patiënten om de symptomen te verbergen. Ook wordt de stoornis regelmatig verward met of overschaduwd door comorbide angst- of stemmingsstoornissen.
In deze nascholing worden het klinisch beeld, de diagnostiek en de behandeling van de dwangstoornis besproken. Blok A behandelt de presentatie en herkenning van OCD in de eerste lijn, inclusief minder bekende vormen zoals homoseksuele OCD. Blok B gaat in op de behandelopties, waaronder cognitieve gedragstherapie en serotonerge medicatie. Ook worden verwante stoornissen uit de DSM-5-groep – zoals morfodysfore stoornis of verzamelstoornis – kort besproken.
De huisarts speelt, samen met de POH-GGZ, een belangrijke rol in vroegdetectie en begeleiding. Kennis van de verschillende presentatievormen en actuele behandelopties is essentieel om onderbehandeling te voorkomen.
De inhoud van deze nascholing is deels gebaseerd op het boek Vals alarm. Leven met een dwangstoornis, dat verdieping biedt bij het besproken materiaal.